Reserves VvE waarderen op rendement spaartegoed

Bron: SRA 

Het aandeel in de reserves van een Vereniging van Eigenaren (VvE) moet voor box 3 gewaardeerd worden tegen het rendement op spaar- en banktegoeden. Daarnaast moet voor de leegwaarderatio worden uitgegaan van de kale huur.
 

Euro


Rechtsherstel

Dit is de uitkomst van een zaak die speelde bij het Hof Arnhem-Leeuwarden in het kader van het rechtsherstel voor box 3. In het kader van dit rechtsherstel moet worden aangesloten bij de werkelijke verdeling van vermogen in spaar- en banktegoeden, beleggingen en schulden. Voor het bieden van rechtsherstel is voor iedere categorie een forfaitair rendement bepaald.

Aandeel VvE

Bezitters van een appartement zijn automatisch lid van een VvE van het betreffende appartementencomplex. Een VvE int van iedere bezitter van een appartement een bedrag om gezamenlijke uitgaven te bekostigen, zoals onderhoud van de lift. Iedere lid van de VvE moet zijn aandeel in de reserves van de VvE opgeven als bezitting in box 3. Voor de bepaling van het rechtsherstel moet deze bezitting volgens het Hof dus worden aangemerkt als spaar- en banktegoed.

Let op! Dit betekent dat dus uitgegaan kan worden van het geringe forfaitaire rendement op spaar- en banktegoeden.

Leegwaarderatio

De waardering van een verhuurde woning in box 3 geschiedt op basis van de WOZ-waarde, gecorrigeerd voor de verhuurde staat. De omvang van de correctie is afhankelijk van de huuropbrengst. Hoe hoger deze is, hoe geringer de correctie. Volgens het Hof moet voor deze berekening worden uitgegaan van de kale huur. 

Belastingwijzigingen 2023

Hieronder volgen de belangrijkste belastingwijzingen per 1 januari 2023

Zelfstandigenaftrek gaat verder omlaag

De zelfstandigenaftrek is een belangrijke aftrekpost voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting in box 1 vallen. Nog wel, want het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek de komende jaren versneld af, in ruil voor een verhoging van de arbeidskorting (zie verderop). Doel hiervan is het verschil tussen zelfstandige ondernemers (zzp’ers) en werknemers bij de inkomstenbelasting te verkleinen.

De zelfstandigenaftrek gaat in 2023 met 1.280 euro omlaag naar 5.030 euro. Je gaat hierdoor als zelfstandige ondernemer per saldo meer belasting betalen.

Verdere afbouw aftrekposten ondernemers

De maximale aftrek voor betaalde hypotheekrente en partneralimentatie aftrek gaat dit jaar omlaag van 40 procent naar 36,93 procent.

Ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, krijgen te maken met een vergelijkbare maatregel. Voor diverse aftrekposten, zoals de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de persoonsgebonden aftrek, geldt in 2023 eveneens een maximaal aftrektarief van 36,93 procent (in plaats van de huidige 40 procent).

Dit is alleen voelbaar als je in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting valt (en dus een belastbaar inkomen hebt van 73.071 over hoger).

Hogere belastingdruk bij vennootschapsbelasting

Ondernemers met een BV vallen onder de vennootschapsbelasting (vpb). Daar gelden twee belastingschijven. De eerste schijf betreft in 2023 de behaalde winst tot een niveau van 200.000 euro. De tweede schijf betreft de winst die daarbovenuit komt.

Het tarief van de laagste belastingschijf gaat dit jaar omhoog van 15 procent naar 19 procent. Het tarief van de twee schijf blijft gelijk: 25,8 procent.

Maar in 2023 geldt wel een lagere schijfgrens. Vorig jaar begon de tweede schijn nog bij een winst hoger dan 395.000 euro in het hoogste tarief. Dat wordt dit jaar verlaagd naar 200.000 euro. Er zullen dus meer bedrijven zijn die met een deel van de winst onder het hoge tarief vallen.

Belasting op aanmerkelijk belang in box 3 gelijk

Wie meer dan 5 procent van de aandelen of stemrecht in een vennootschap heeft, heeft een zogeheten aanmerkelijk belang. Over de inkomsten die je hieruit ontvangt, zoals dividend, moet je belasting betalen. Dit tarief blijft in 2023 even hoog als in 2022: 26,9 procent.

Wel moeten ondernemers zich erop voorbereiden dat er in 2024 twee schijven in box 2 komen: een tarief van 24,5 procent over de eerste 67.000 euro inkomsten en een tarief van 31 procent over elke euro hierboven. Het kabinet wil BV’s zo stimuleren om jaarlijks een deel van de winst uit te keren als dividend, om belastinguitstel tegen te gaan.

Stekker uit de oudedagsreserve voor ondernemers

Het kabinet trekt de stekker uit de oudedagsreserve (voorheen fiscale oudedagsreserve, afgekort als FOR). Dat is een regeling waarmee je als ondernemer uitstel van belasting kon krijgen om pensioen op te bouwen.

Vanaf 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen door middel van deze regeling. Je kunt dus geen nieuwe bedragen meer reserveren.

Wel kun je de oudedagsreserve die je al hebt opgebouwd, nog gewoon afwikkelen op grond van de huidige regels.

Fiscale jaarruimte voor opbouw pensioen gaat omhoog

Dit betekent niet dat er geen mogelijkheden meer zijn om fiscaal gefaciliteerd vermogen op te bouwen voor je pensioen. Integendeel. Er komt namelijk een versoepeling in de zogeheten jaarruimte. Dat is een regeling waarbij zowel werknemers als ondernemers fiscaal vriendelijk kunnen sparen of beleggen om een tekort in hun pensioenopbouw weg te werken.

De jaarruimte gaat vanaf 2023 flink omhoog. Daarnaast mag je straks langer gebruik maken van de jaarruimte. Je mag de jaarruimte nu alleen maar gebruiken voordat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Vanaf 2023 mag je daar nog vijf jaar bovenop tellen.

Ook de reserveringsruimte (voor wie in de afgelopen jaren niet de volledige jaarruimte heeft benut) wordt verlengd, van zeven naar tien jaar. Bovendien wordt het maximale bedrag van de reserveringsruimte verhoogd, naar 38.000 euro. Dit biedt ruimte om een inhaalslag te maken in de opbouw van je pensioen.

Invorderingsrente gaat verder omhoog

Als je een belastingaanslag niet op tijd betaalt, heft de fiscus normaal gesproken 4 procent invorderingsrente vanaf het moment dat de betalingstermijn is verstreken. Tussen 23 maart 2020 en 30 juni 2022 is dit bedrag vanwege de coronapandemie tijdelijk verlaagd naar 0,01 procent.

Sinds 1 juli 2022 is het tarief weer wat verhoogd naar 1 procent. Op 1 januari 2023 wordt dit verdubbeld naar 2 procent. Hierna volgen nog twee stappen, waarna in 2024 het tarief weer terug is op 4 procent.

Heb je te laat aangifte gedaan of niet het juiste bedrag opgegeven, dan ben je daarnaast nog belastingrente verschuldigd. Dit is 8 procent voor de vennootschapsbelasting en 4 procent voor andere belastingen. Dat blijft in 2023 hetzelfde.

Fiscale bijtelling privé-gebruik auto van de zaak blijft gelijk

De bijtelling voor de auto van de zaak blijft komend jaar hetzelfde. Dat betekent:

  • 22 procent van de cataloguswaarde voor gewone leaseauto’s (benzine, diesel en hybride)
  • 16 procent voor volledig elektrische auto’s.

Wel geldt voor elektrische auto’s het lagere tarief van 16 procent straks alleen nog tot een cataloguswaarde van 30.000 euro (tegen 35.000 euro nu).

Koop je in 2023 een elektrische auto die duurder is dan dat grensbedrag, dan geldt voor elke euro die boven dit bedrag uitkomt de hogere bijtelling. Kort gezegd komt het er dus op neer dat meer elektrische auto’s in 2023 deels onder het verhoogde tarief gaan vallen.

Voor zonnecelauto’s (elektrische auto’s met zonnepanelen) en waterstofauto’s geldt het verlaagde tarief over de hele catalogusprijs. Het maakt daarbij dus niet uit hoe duur die auto is.

De tarieven voor de bijtelling blijven 60 maanden geldig vanaf de eerste dag van de maand nadat de auto voor het eerst op naam is gesteld. Daarna wordt het bijtellingspercentage opnieuw vastgesteld volgens de regels die op dat moment gelden.

Verhoging gebruikelijk loonregeling directeur-grootaandeelhouder

Heb je een eigen BV, dan moet je als directeur-grootaandeelhouder een salaris aan jezelf uit betalen voor je werk in die BV. Om te voorkomen dat je jezelf een veel te laag bedrag uitbetaalt, ben je verplicht om een gebruikelijk loon uit te keren.

Dat was in 2022 minimaal het hoogste bedrag van deze drie bedragen:

  • Het loon van de meestverdienende gewone werknemer in je bedrijf
  • Een vast bedrag van 48.000 euro
  • 75 procent van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband.

De laatste twee peilbedragen gaan in 2023 omhoog. Je moet dan uitgaan van 100 procent van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband of een standaardbedrag van 51.000 euro (in plaats van 48.000 euro).

Hogere onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding wordt in 2023 verhoogd van 19 cent naar 21 cent per kilometer. Je mag als ondernemer dus een hoger bedrag van de winst aftrekken voor zakelijke ritten met je privé-auto, fiets of motor. In 2024 komt er nog een cent bij.

Verhoging onbelaste thuiswerkvergoeding

Sinds 2022 mogen werkgevers aan hun personeel een onbelaste thuiswerkvergoeding betalen van maximaal 2 euro per dag, om de extra kosten voor bijvoorbeeld de verwarming, koffie en thee, elektriciteit en wc-papier deels te dekken.

Dit bedrag gaat in 2023 omhoog naar 2,15 euro per dag. Ook als werknemers slechts een deel van de dag thuiswerken, mag je deze vergoeding betalen. Je moet wel kiezen tussen een thuiswerkvergoeding of een reiskostenvergoeding.

Meer ruimte voor onbelaste extraatjes voor je personeel

Als werkgever betaal je belasting over het salaris van je personeel. Daarnaast is er ruimte om aan je medewerkers belastingvrij iets extra’s te geven, zoals een kerstpakket, cadeaubon of een bureaustoel voor de thuiswerkplek. Dit is de zogeheten vrije ruimte binnen de werkkostenregeling.

Deze vrije ruimte gaat in 2023 tijdelijk omhoog van 1,7 procent naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de loonsom van alle medewerkers samen. Een jaar later wordt dit verlaagd naar 1,92 procent. Over het meerdere van de loonsom blijft het percentage 1,18 procent.

Meer budget voor investeringen in milieuvriendelijke of energiebesparende bedrijfsmiddelen

Ondernemers die milieuvriendelijke of energiebesparende bedrijfsmiddelen aanschaffen, mogen een deel van deze investeringen van hun winst aftrekken, zodat ze minder winstbelasting hoeven te betalen.

Het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA), voor investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, gaat in 2023 met 50 miljoen euro omhoog. De energie-investeringsaftrek (EIA) gaat met het dubbele omhoog: 100 miljoen euro. Het kabinet wil het hiermee aantrekkelijker maken voor ondernemers om zulke investeringen te doen.

Minimumloon gaat fors omhoog

Om werken lonender te maken gaat het bruto minimumloon met ingang van 1 januari 2023 met 10,15 procent omhoog. Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers vanaf 21 jaar gaat daarmee omhoog van 1.756,20 euro naar 1.934,40 euro per maand, bij een volledig dienstverband.

Dit geldt voor iedereen: lager belastingtarief in box 1

De belasting in de eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat dit jaar omlaag van 37,07 procent naar 36,93 procent.

De inkomensgrens voor deze schijf gaat omhoog van 69.399 euro naar 73.071 euro. Verdien je meer, dan betaal je voor elke euro daarboven straks 49,5 procent. Dat is evenveel als nu.

Heffingskortingen: veel belastingkortingen gaan omhoog

Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die je bent verschuldigd. Hoe hoger de korting, hoe minder belasting je hoeft te betalen en hoe meer je dus netto overhoudt.

Er bestaan verschillende heffingskortingen. De meeste gaan iets omhoog. Dat is gunstig, want je hoeft dan minder belasting te betalen.

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting is een algemene korting op de inkomstenbelasting voor iedereen die belasting betaalt. De hoogte van de korting hangt af van je inkomen: hoe lager dat is, hoe meer korting je krijgt.

Deze maximale heffingskorting wordt dit jaar iets verhoogd waardoor mensen met een besteedbaar inkomen tot 73.031 euro netto meer overhouden.

Hier profiteren vooral mensen met een jaarinkomen tot 22.660 euro van. Voor hen gaat de korting omhoog van 2.888 euro naar 3.070 euro. Daarna wordt de korting afgebouwd.

Verdien je tussen de 22.660 en 73.031 euro, dan ga je er ook op vooruit, maar in iets mindere mate. Is je inkomen hoger, dan maak je helaas geen aanspraak op deze belastingkorting.

Voor AOW-gerechtigden stijgt de maximale algemene heffingskorting van 1.494 euro naar 1.583 euro.

Arbeidskorting

De arbeidskorting is een heffingskorting waar iedere werkende die niet meer verdient dan 115.295 euro per jaar (in 2022: 105.737 euro) aanspraak op maakt. De hoogte van de arbeidskorting hangt af van je leeftijd en de hoogte van je inkomen.

Deze korting gaat stapsgewijs omhoog. Werknemers met een inkomen tussen de 11.000 euro en 37.000 euro profiteren daar het meest van.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Ouders van kinderen tot 13 jaar die werk en de zorg voor hun kinderen combineren, hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Het maximale kortingsbedrag gaat dit jaar met 160 euro omhoog naar 2.694 euro.

Ouderenkorting

De maximale ouderenkorting wordt met 109 euro verhoogd naar 1.835 euro, waardoor gepensioneerden netto meer te besteden hebben. Tot een inkomen van 40.888 euro krijg je de volledige korting. Daarna wordt deze geleidelijk afgebouwd. Voor inkomens vanaf 53.122 euro vervalt de korting.

De bovengenoemde inkomensgrenzen zijn iets hoger dan nu, waardoor je er tot een hoger inkomen gebruik van kunt maken.

Afschaffing middeling bij wisselend inkomen

Veel mensen hebben wisselende inkomsten. Je gaat bijvoorbeeld minder werken, vanwege de komst van een kind, of juist meer uren draaien, omdat de kinderen wat groter zijn geworden. Of je bent een zzp-er, die het ene jaar meer opdrachten heeft dan het andere. Of je bent ontslagen of gaat met pensioen.

Voor deze situaties was er een slimme regeling om belasting te besparen: belastingmiddeling. Je mocht dan je inkomen over drie aaneengesloten jaren bij elkaar optellen en delen door drie. Als bleek dat je over het gemiddelde jaarinkomen minder belasting verschuldigd was, kreeg je het verschil terug, mits dat verschil groter was dan 545 euro.

Deze regeling verdwijnt in 2023. Het laatste tijdvak waarover je nog kunt middelen is 2022, 2023 en 2024.

6 Mei nieuwe aanvraagronde NOW van start

 
Werkgevers met een omzetverlies van minstens 20% kunnen vanaf 6 mei bij het UWV een aanvraag indienen voor nieuwe NOW-steun.
Deze steun heeft betrekking op de maanden april tot en met juni 2021.

Tegemoetkoming NOW
Virus

De tegemoetkoming volgens de NOW vergoedt maximaal 85% van de loonkosten bij 100% omzetverlies. Bij minder omzetverlies wordt ook de tegemoetkoming evenredig afgebouwd.

Nieuwe aanvraagperiode

De nieuwe aanvraagperiode vanaf 6 mei loopt tot en met 30 juni. Na uw aanvraag krijgt u op basis van het geschatte omzetverlies een voorschot van 80%. Dit wordt in drie keer, verspreid over drie maanden, uitbetaald. Het eerste voorschot ontvangt u binnen 2 tot 4 weken na uw aanvraag.

Definitieve vaststelling

Vanaf 31 januari 2022 start de aanvraagperiode voor de definitieve vaststelling. De definitieve tegemoetkoming wordt op basis van het werkelijke omzetverlies vastgesteld. Heeft u te veel NOW ontvangen, dan moet u het te veel ontvangen bedrag terugbetalen.

Daling loonsom

Uw loonsom mag, net als bij de twee voorgaande tegemoetkomingen, met maximaal 10% dalen ten opzichte van juni 2020 zonder dat dit leidt tot een verlaging van de NOW. Bij een verdergaande daling volgt wel een vermindering.
Bron: SRA

Auto: De bijtellingregels 2021 dit gaat er veranderen

Per 2021 is de bijtelling voor de auto eigenlijk heel eenvoudig: 22 procent voor alle auto’s op benzine en diesel, 12 procent voor elektrische auto’s (tot 40.000 euro, daarna 22 procent). Een youngtimer zakelijk rijden kan ook aantrekkelijk zijn.

Dikke kans dat je een elektrische auto ziet rijden als je nu uit het raam kijkt. Het aantal in Nederland verkochte EV’s blijft stijgen, met name door de voordelen die ze zakelijke rijders opleveren. In 2020 profiteerden die van 8 procent bijtelling tot een aanschafwaarde van 45.000 euro. Bijtelling houdt in dat een percentage van de cataloguswaarde van je leaseauto bij je inkomen wordt opgeteld. Daar moet je belasting over betalen.

Bijtelling elektrische auto’s 2021

In 2021 gaat de bijtelling voor elektrische auto’s van 8 procent naar 12 procent. Dit geldt tot een aanschafwaarde van 40.000 euro. Boven dat bedrag is het bijtellingspercentage 22 procent; in 2020 lag de grens nog op 45.000 euro. Koop je als particulier een elektrische auto, dan kun je sinds dit jaar een subsidie van 4000 euro aanvragen (2000 euro voor een occasion). Ook betaal je geen BPM en wegenbelasting.

Bijtelling plug-in hybride 2021

Voor alle auto’s op benzine en diesel geldt in 2021 een bijtellingspercentage van 22 procent. Ook voor plug-in hybrides geldt 22 procent bijtelling. Particulieren hebben iets meer geluk: in 2021 krijgen ze (net als in 2020) 50 procent korting op de motorrijtuigenbelasting als ze een plug-in hybride aanschaffen.

Bijtelling youngtimer 2021

Wil je geen Tesla, maar ook niet te veel bijtellen? Een youngtimer (een auto van 15 en ouder) zakelijk rijden kan ook interessant zijn. Dankzij de youngtimerregeling kun je veel leuke auto’s voor weinig geld rijden. Onder meer de Audi Q7, Citroën C6, Jaguar XK (X150) en Volvo C30 worden in 2021 vijftien.

Einde belastingvrije reiskostenvergoeding per 1 januari 2021

Bron: SRA 

Aan werknemers die thuiswerken vanwege corona, mag de belastingvrije vaste vergoeding voor kosten van het woon-werkverkeer dit jaar gewoon worden doorbetaald. Komt er geen nieuwe regelgeving meer, dan is dit vanaf 1 januari 2021 niet meer mogelijk.


  Reiskostenvergoeding

Hoe is het nu?

Als een vaste reiskostenvergoeding vóór 13 maart 2020 is vastgesteld en voldoet aan de voorwaarden van de Belastingdienst, kan een werkgever deze belastingvrij doorbetalen als de werknemer vanwege corona thuiswerkt. Veel werkgevers hebben hiervoor gekozen vanwege het feit dat de thuiswerkende werknemer ook extra kosten maakt, zoals voor verwarming. 

Hoe is het per 1 januari 2021?

Bovenstaande versoepeling is van toepassing tot 1 januari 2021. Daarna niet meer, tenzij alsnog wordt besloten de regeling vanwege corona te continueren. Werkgevers kunnen de vergoeding ook na 1 januari volgend jaar doorbetalen, maar dan is deze in beginsel belast. De werknemer betaalt hierover dan belasting. De werkgever moet er premies werknemersverzekeringen over afdragen
Tip! Werkelijk gemaakte woon-werkkilometers kunnen uiteraard wel belastingvrij worden vergoed.

Onderbrengen in de WKR?

Een werkgever kan de vergoeding ook onderbrengen in de werkkostenregeling. Voor zover er daadwerkelijk woon-werkkilometers zijn gereden, is de vergoeding uiteraard vrijgesteld en dus onbelast. Voor zover de vrijstelling niet van toepassing is, valt de vergoeding in de vrije ruimte. Wel moet de werkgever er dan rekening mee houden dat de vrije ruimte volgend jaar beperkt wordt. Deze bedraagt in 2021 1,7% over de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere. Nu is dit nog 3% over de eerste € 400.000 en 1,2% over het meerdere. Dit kan betekenen dat de werkgever sneller door de vrije ruimte heen is en dus ook eerder de eindheffing van 80% verschuldigd is. Een werkgever moet deze eindheffing betalen over het bedrag waarmee hij de vrije ruimte overschrijdt.

Alternatieven

Wilt u uw personeel in plaats van de vaste reiskostenvergoeding op een andere manier tegemoetkomen? Dan kunt u bijvoorbeeld de kosten van een laptop en internetaansluiting belastingvrij vergoeden als deze noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden.

Thuiswerkvergoeding

Ook kunt u overwegen om uw personeel een vaste vergoeding te verstrekken voor het thuiswerken om zo de meerkosten die zij maken – denk aan stookkosten en koffie – te vergoeden. Het Nibud heeft al eerder een richtbedrag van € 2 genoemd. Dit is echter meestal geen onbelaste vergoeding.

Heeft u vragen over het doorbetalen van de onbelaste reiskostenvergoeding, neem dan contact met ons op.

Verdere voorwaarden BIK regeling bekend

Bron: SRA 

Het kabinet heeft de vormgeving van de baangerelateerde investeringskorting (BIK) bekendgemaakt. De BIK is bedoeld om tijdens de huidige coronacrisis investeringen te stimuleren en geldt voor investeringen in de periode 1 oktober 2020 t/m 31 december 2022.

Verrekenen met loonheffing

Euro

De BIK kan verrekend worden met de loonheffing en is daardoor alleen interessant voor bedrijven met personeel. Door deze systematiek is het voordeel van de regeling ook niet afhankelijk van de winst.

Voordeel voor mkb

Via de BIK kan 3% van het investeringsbedrag tot € 5 miljoen worden verrekend met de loonheffing. Bij een hoger investeringsbedrag is van het meerdere 2,44% te verrekenen. Dit pakt dus gunstig uit voor kleinere investeringen.

Let op! De percentages voor 2022 staan nog niet vast en zijn afhankelijk van een evaluatie van de regeling eind 2021.

Ondergrens € 20.000

De BIK kan per jaar vier keer worden aangevraagd. Er geldt per aanvraag een ondergrens van € 20.000 en per bedrijfsmiddel een ondergrens van € 1.500.

Samen met investeringsregelingen

De BIK kan worden verkregen naast de bestaande investeringsregelingen, zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de milieu-investeringsaftrek en de energie-investeringsaftrek. De BIK geldt alleen voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen.

Uiterlijke betaaldatum

De investeringen moeten uiterlijk tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 zijn betaald en ook binnen zes maanden na volledige betaling in gebruik worden genomen. Verder geldt er een aantal voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

BIK-verklaring

Bedrijven die investeren kunnen vanaf 1 september 2021 de BIK aanvragen bij RVO.nl. Na ontvangst van een BIK-verklaring, kan de BIK worden verrekend met de loonheffing.

NOW 2.0 aanvragen? Dat kan vanaf 6 juli

Bron: SRA – Publicatiedatum: 06-07-2020

Werkgevers kunnen vanaf maandag 6 juli een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming volgens de NOW 2.0 (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid). Een aanvraagformulier vindt u op de site van het UWV. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 augustus 2020.

Tegemoetkoming NOW 2.0

Uitroeptekens

De NOW 2.0-regeling zorgt voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers. De tegemoetkoming kan worden aangevraagd als vanwege de coronacrisis over een periode van vier maanden een omzetverlies is geleden van minstens 20%.

Omzetverlies inschatten

U moet het omzetverlies in beginsel opgeven voor de periode juni tot en met september. Probeer dit bij uw aanvraag zo goed mogelijk te doen om te voorkomen dat u later een teveel uitbetaald bedrag moet terugbetalen.

Wanneer volgt betaling?

Na goedkeuring van uw aanvraag volgt de uitbetaling van een voorschot van 80% van de tegemoetkoming voor de eerste twee maanden. Twee maanden later ontvangt u het volgende voorschot, 80% over de laatste twee maanden. Achteraf volgt de definitieve berekening en krijgt u het restant uitbetaald. Heeft u te veel ontvangen, dan moet u dit terugbetalen.

Maximaal 90%

De tegemoetkoming van de NOW 2.0 bedraagt maximaal 90% van de loonkosten bij een verlies aan omzet van 100%. Bij minder omzetverlies wordt de tegemoetkoming evenredig verminderd. Bij 50% omzetverlies is de tegemoetkoming bijvoorbeeld 45%.

Bruto loon plus 40%

Voor de berekening van de tegemoetkoming in de loonkosten wordt het brutoloon van uw werknemers verhoogd met 40% voor bijkomende kosten, zoals het vakantiegeld. In de eerdere regeling, NOW 1.0, was dit nog 30%.

Wijziging sanctie bij ontslag

Ten opzichte van de NOW 1.0-regeling is ook de sanctie bij ontslag gewijzigd. Deze bedraagt 5% van  de totale tegemoetkoming, maar alleen als u voor 20 of meer werknemers ontslag aanvraagt.

Let op! De sanctie van 5% is niet van toepassing als u een akkoord over de ontslagaanvraag heeft bereikt met de vakbonden of een andere vertegenwoordiging van uw werknemers. Is er geen akkoord, dan blijft de sanctie ook achterwege als over het ontslag een mediationverzoek is ingediend bij de Stichting van de Arbeid.

Aanvraag steunmaatregel € 4.000,00 gestart

Aanvraag steunmaatregel € 4.000 gestart

Bron: SRA – Publicatiedatum: 28-03-2020

Ondernemers in sectoren die specifiek zijn getroffen door het coronavirus, kunnen nu een tegemoetkoming in de kosten aanvragen voor een bedrag van € 4.000 netto. Het gaat hier om de regeling Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS), eerder bekend als het Noodloket. De aanvraag kan tot en met 26 juni 2020 17.00 uur worden ingediend. Het betreft een gift. Om oneigenlijk gebruik te voorkomen vindt er wel controle plaats op de aanvragen.

Specifieke sectoren

Steunmaatregel



De tegemoetkoming is bedoeld voor specifieke sectoren. Het betreft eet- en drinkgelegenheden, bioscopen, haar- en schoonheidsverzorging (onder andere kappers, pedicures, visagisten), reisbemiddeling en reisorganisaties, rijschoolhouders, sauna’s, solaria, zwembaden, fitnesscentra, sportclubs en sportevenementen en bepaalde private culturele instellingen zoals musea, circussen, theaters, schouwburgen en muziekscholen.

Extra groepen ondernemers in de non-food-sector, zoals winkeliers, kunnen vanaf maandag 30 maart 2020 ook gebruikmaken van de regeling. De lijst met branches en sectoren wordt maandag 30 maart geactualiseerd.

Digitaal aanvragen

De aanvraag moet digitaal worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op rvo.nl. Voor de aanvraag is eHerkenning nodig, niveau 1 of hoger.

Voorwaarden

Er gelden voor de tegemoetkoming diverse voorwaarden. De belangrijkste zijn:

  • uw onderneming is in Nederland gevestigd;
  • uw bedrijf behoort tot een van genoemde sectoren; dit moet blijken uit de inschrijving op peildatum 15 maart 2020 in het handelsregister;
  • in uw onderneming werken maximaal 250 personen;
  • uw onderneming is niet failliet en heeft geen verzoek tot verlening van surseance van betaling ingediend;
  • u verwacht van 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 een omzetverlies van ten minste € 4.000;
  • u verwacht van 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 ten minste € 4.000 aan vaste lasten, ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen;
  • u heeft over het huidige en de afgelopen twee belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan overheidssteun ontvangen (de-minimisverordening).

Ook geen onderneming aan huis

Een andere voorwaarde is dat uw onderneming gevestigd is buiten de woning. De enige uitzondering vormen eet- en drinkgelegenheden, bijvoorbeeld een café waarvan de eigenaar, huurder of pachter boven de zaak woont.

De aanvraag

Voor de aanvraag heeft u (samengevat) nodig:

  • een eHerkenningsmiddel niveau 1 (of hoger)
  • het KVK-nummer van de onderneming (let op: niet vestigingsnummer/RSIN)
  • de SBI-code van de hoofdactiviteit van de onderneming
  • het correspondentie- en bezoekadres van de onderneming
  • contactgegevens ondernemer: naam, telefoonnummer en e-mailadres

Wanneer ontvangt u uw geld?

RVO probeert binnen twee weken een besluit te nemen. Daarna betaalt men binnen een paar werkdagen uit. Lukt het RVO niet om binnen twee weken een besluit te nemen, dan ontvangt u hierover op tijd bericht.

Fiscale voordelen elektrische auto tot 2025

Bron: SRA

Het gebruik en de aankoop van de elektrische auto wordt ook de komende jaren nog gestimuleerd, zo blijkt uit een recent overzicht van de staatssecretaris van Financiën. De financiële voordelen worden de komende jaren wel langzaam afgebouwd.

Bijtelling

Auto elektrisch



De grootste stimulans betreft nog steeds de fiscale bijtelling die momenteel voor nieuwe elektrische auto’s 8% bedraagt tot een cataloguswaarde van € 45.000. Over het meerdere is de bijtelling gewoon 22%, gelijk aan de bijtelling voor niet-elektrische auto’s.

Afbouw

Dit jaar is de bijtelling al verhoogd met 4%-punt. Deze verhoging gaat de komende jaren door. Vanaf volgend jaar wordt de lagere bijtelling alleen nog maar verleend over een cataloguswaarde van maximaal € 40.000. Vanaf 2026 bestaat er voor elektrische auto’s geen lagere bijtelling meer. Voor waterstofauto’s en auto’s op zonnecellen gelden dezelfde bijtellingspercentages, maar geldt het lagere percentage wel over de gehele cataloguswaarde.

BPM

De belasting bij aankoop van een nieuwe auto, de BPM, blijft voor elektrische auto’s tot 2025 achterwege. Dit heeft onder meer te maken met de hogere aanschafprijs vanwege de accu. Vanaf 2025 geldt voor elektrische auto’s een BPM van ongeveer € 360.

MRB

Ook de huidige vrijstelling van wegenbelasting (MRB) voor elektrische auto’s gaat vanaf 2026 verdwijnen. Tot 2025 geldt de vrijstelling nog voor 100% en in 2025 nog voor 75%. Auto’s met een CO2-uitstoot tot 50 gr/km houden tot 2025 een vrijstelling van 50%, in 2025 nog van 25%, daarna niet meer.

Subsidie

Er komt per 1 juli 2020 voor particulieren een subsidie op de aanschaf van een elektrische auto. Dit als tegenhanger voor de lagere bijtelling voor bedrijfsauto’s. De subsidie bedraagt € 4.000 voor een nieuwe elektrische auto en € 2.000 voor een gebruikte. Voorwaarde is wel dat de auto een cataloguswaarde van maximaal € 45.000 heeft.

Investeringsaftrek

Ondernemers hebben naast bovengenoemde maatregelen in 2020 ook nog recht op een extra investeringsaftrek (MIA) van 13,5% over maximaal € 40.000 bij aanschaf van een nieuwe elektrische auto. Voor laadpalen op het eigen bedrijfsterrein bedraagt de extra aftrek 36%. Of deze extra mogelijkheden in de jaren na 2020 worden voortgezet, is op dit moment nog niet bekend.

Kan ik al tegemoetkoming in de loonkosten (NOW) aanvragen?

Kan ik al tegemoetkoming in de loonkosten (NOW) aanvragen?

Bron: SRA – Publicatiedatum: 23-03-2020

De regeling Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) die het kabinet dinsdag 17 maart heeft bekendgemaakt vervangt de regeling voor werktijdverkorting (WTV) per direct. Kunt u de NOW-regeling die de ondernemer tegemoet komt in de loonkosten, al aanvragen? Wat zijn de gevolgen voor de WW-rechten van werknemers? Dit en andere vragen worden hier behandeld.

Let op! De tegemoetkomingsregeling NOW is nog niet tot in detail uitgewerkt. Dat zal zo snel mogelijk gebeuren. We houden u hiervan op de hoogte.

Voorwaarden NOW

Bouw



Wat weten we al van de regeling NOW? Heel even in het kort de voorwaarden. De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, met een maximum van 90% van de loonsom:

  • als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever
  • als 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever
  • als 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever

Werkgevers betalen het loon aan betrokken werknemers 100% door. De regeling geldt voor omzetdalingen vanaf 1 maart 2020.

Het UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot op  de tegemoetkoming verstrekken. Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest. Voor grote aanvragen is hierbij een accountantsverklaring vereist.

Geldt de NOW-regeling ook bij vrijwillige sluiting?

Dat is op dit moment nog niet te zeggen.

Geldt de tegemoetkoming in de loonkosten ook voor werknemers die meer verdienen dan het maximumdagloon?

Daarover is op dit moment nog niets bekend. Tot dusverre geldt er altijd een maximering tot het maximumdagloon. Dit zijn echter bijzondere tijden. Het is afwachten wat hierover in de uiteindelijke regeling komt te staan.

Op welke wijze en bij welke instantie kan een aanvraag worden ingediend voor de tegemoetkomingsregeling NOW?

De aanvraag kan te zijner tijd digitaal worden ingediend bij het UWV. Op dit moment is nog niet bekend wanneer het aanvraagloket open gaat.

De regeling voor werktijdverkorting (WTV) is ingetrokken. Welke gevolgen heeft dit voor reeds ingediende WTV-aanvragen?

Is er al toestemming verleend voor WTV dan blijft deze gehandhaafd. Verlenging van deze  vergunning is niet mogelijk. U moet na afloop van de vergunning beroep doen op het NOW.

Als er nog aanvragen lopen, dan worden deze aangemerkt als een aanvraag voor de tegemoetkomingsregeling NOW. Het UWV zal aanvullende informatie opvragen bij de indieners.

Zijn er gevolgen voor de WW-rechten van werknemers als gebruik wordt gemaakt van de regeling NOW?

Er zijn geen gevolgen voor de werknemer. Hij verbruikt in tegenstelling tot de WTV-regeling zijn WW-rechten niet.

Wat is de positie van de OR waar het gaat om het aanvragen van de regeling NOW?

In onze optiek is er geen sprake van een regeling die valt onder het advies- en/of instemmingsrecht van de Wet op de ondernemingsraad. Dit neemt niet weg dat wordt aangeraden dit met de OR te communiceren.

Tip! Wilt u meer lezen over de regeling NOW en andere steunmaatregelen die het kabinet tot nu toe heeft genomen? Zie dan de site van de Rijksoverheid.