Belastingwijzigingen 2023

Hieronder volgen de belangrijkste belastingwijzingen per 1 januari 2023

Zelfstandigenaftrek gaat verder omlaag

De zelfstandigenaftrek is een belangrijke aftrekpost voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting in box 1 vallen. Nog wel, want het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek de komende jaren versneld af, in ruil voor een verhoging van de arbeidskorting (zie verderop). Doel hiervan is het verschil tussen zelfstandige ondernemers (zzp’ers) en werknemers bij de inkomstenbelasting te verkleinen.

De zelfstandigenaftrek gaat in 2023 met 1.280 euro omlaag naar 5.030 euro. Je gaat hierdoor als zelfstandige ondernemer per saldo meer belasting betalen.

Verdere afbouw aftrekposten ondernemers

De maximale aftrek voor betaalde hypotheekrente en partneralimentatie aftrek gaat dit jaar omlaag van 40 procent naar 36,93 procent.

Ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, krijgen te maken met een vergelijkbare maatregel. Voor diverse aftrekposten, zoals de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de persoonsgebonden aftrek, geldt in 2023 eveneens een maximaal aftrektarief van 36,93 procent (in plaats van de huidige 40 procent).

Dit is alleen voelbaar als je in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting valt (en dus een belastbaar inkomen hebt van 73.071 over hoger).

Hogere belastingdruk bij vennootschapsbelasting

Ondernemers met een BV vallen onder de vennootschapsbelasting (vpb). Daar gelden twee belastingschijven. De eerste schijf betreft in 2023 de behaalde winst tot een niveau van 200.000 euro. De tweede schijf betreft de winst die daarbovenuit komt.

Het tarief van de laagste belastingschijf gaat dit jaar omhoog van 15 procent naar 19 procent. Het tarief van de twee schijf blijft gelijk: 25,8 procent.

Maar in 2023 geldt wel een lagere schijfgrens. Vorig jaar begon de tweede schijn nog bij een winst hoger dan 395.000 euro in het hoogste tarief. Dat wordt dit jaar verlaagd naar 200.000 euro. Er zullen dus meer bedrijven zijn die met een deel van de winst onder het hoge tarief vallen.

Belasting op aanmerkelijk belang in box 3 gelijk

Wie meer dan 5 procent van de aandelen of stemrecht in een vennootschap heeft, heeft een zogeheten aanmerkelijk belang. Over de inkomsten die je hieruit ontvangt, zoals dividend, moet je belasting betalen. Dit tarief blijft in 2023 even hoog als in 2022: 26,9 procent.

Wel moeten ondernemers zich erop voorbereiden dat er in 2024 twee schijven in box 2 komen: een tarief van 24,5 procent over de eerste 67.000 euro inkomsten en een tarief van 31 procent over elke euro hierboven. Het kabinet wil BV’s zo stimuleren om jaarlijks een deel van de winst uit te keren als dividend, om belastinguitstel tegen te gaan.

Stekker uit de oudedagsreserve voor ondernemers

Het kabinet trekt de stekker uit de oudedagsreserve (voorheen fiscale oudedagsreserve, afgekort als FOR). Dat is een regeling waarmee je als ondernemer uitstel van belasting kon krijgen om pensioen op te bouwen.

Vanaf 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen door middel van deze regeling. Je kunt dus geen nieuwe bedragen meer reserveren.

Wel kun je de oudedagsreserve die je al hebt opgebouwd, nog gewoon afwikkelen op grond van de huidige regels.

Fiscale jaarruimte voor opbouw pensioen gaat omhoog

Dit betekent niet dat er geen mogelijkheden meer zijn om fiscaal gefaciliteerd vermogen op te bouwen voor je pensioen. Integendeel. Er komt namelijk een versoepeling in de zogeheten jaarruimte. Dat is een regeling waarbij zowel werknemers als ondernemers fiscaal vriendelijk kunnen sparen of beleggen om een tekort in hun pensioenopbouw weg te werken.

De jaarruimte gaat vanaf 2023 flink omhoog. Daarnaast mag je straks langer gebruik maken van de jaarruimte. Je mag de jaarruimte nu alleen maar gebruiken voordat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Vanaf 2023 mag je daar nog vijf jaar bovenop tellen.

Ook de reserveringsruimte (voor wie in de afgelopen jaren niet de volledige jaarruimte heeft benut) wordt verlengd, van zeven naar tien jaar. Bovendien wordt het maximale bedrag van de reserveringsruimte verhoogd, naar 38.000 euro. Dit biedt ruimte om een inhaalslag te maken in de opbouw van je pensioen.

Invorderingsrente gaat verder omhoog

Als je een belastingaanslag niet op tijd betaalt, heft de fiscus normaal gesproken 4 procent invorderingsrente vanaf het moment dat de betalingstermijn is verstreken. Tussen 23 maart 2020 en 30 juni 2022 is dit bedrag vanwege de coronapandemie tijdelijk verlaagd naar 0,01 procent.

Sinds 1 juli 2022 is het tarief weer wat verhoogd naar 1 procent. Op 1 januari 2023 wordt dit verdubbeld naar 2 procent. Hierna volgen nog twee stappen, waarna in 2024 het tarief weer terug is op 4 procent.

Heb je te laat aangifte gedaan of niet het juiste bedrag opgegeven, dan ben je daarnaast nog belastingrente verschuldigd. Dit is 8 procent voor de vennootschapsbelasting en 4 procent voor andere belastingen. Dat blijft in 2023 hetzelfde.

Fiscale bijtelling privé-gebruik auto van de zaak blijft gelijk

De bijtelling voor de auto van de zaak blijft komend jaar hetzelfde. Dat betekent:

  • 22 procent van de cataloguswaarde voor gewone leaseauto’s (benzine, diesel en hybride)
  • 16 procent voor volledig elektrische auto’s.

Wel geldt voor elektrische auto’s het lagere tarief van 16 procent straks alleen nog tot een cataloguswaarde van 30.000 euro (tegen 35.000 euro nu).

Koop je in 2023 een elektrische auto die duurder is dan dat grensbedrag, dan geldt voor elke euro die boven dit bedrag uitkomt de hogere bijtelling. Kort gezegd komt het er dus op neer dat meer elektrische auto’s in 2023 deels onder het verhoogde tarief gaan vallen.

Voor zonnecelauto’s (elektrische auto’s met zonnepanelen) en waterstofauto’s geldt het verlaagde tarief over de hele catalogusprijs. Het maakt daarbij dus niet uit hoe duur die auto is.

De tarieven voor de bijtelling blijven 60 maanden geldig vanaf de eerste dag van de maand nadat de auto voor het eerst op naam is gesteld. Daarna wordt het bijtellingspercentage opnieuw vastgesteld volgens de regels die op dat moment gelden.

Verhoging gebruikelijk loonregeling directeur-grootaandeelhouder

Heb je een eigen BV, dan moet je als directeur-grootaandeelhouder een salaris aan jezelf uit betalen voor je werk in die BV. Om te voorkomen dat je jezelf een veel te laag bedrag uitbetaalt, ben je verplicht om een gebruikelijk loon uit te keren.

Dat was in 2022 minimaal het hoogste bedrag van deze drie bedragen:

  • Het loon van de meestverdienende gewone werknemer in je bedrijf
  • Een vast bedrag van 48.000 euro
  • 75 procent van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband.

De laatste twee peilbedragen gaan in 2023 omhoog. Je moet dan uitgaan van 100 procent van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband of een standaardbedrag van 51.000 euro (in plaats van 48.000 euro).

Hogere onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding wordt in 2023 verhoogd van 19 cent naar 21 cent per kilometer. Je mag als ondernemer dus een hoger bedrag van de winst aftrekken voor zakelijke ritten met je privé-auto, fiets of motor. In 2024 komt er nog een cent bij.

Verhoging onbelaste thuiswerkvergoeding

Sinds 2022 mogen werkgevers aan hun personeel een onbelaste thuiswerkvergoeding betalen van maximaal 2 euro per dag, om de extra kosten voor bijvoorbeeld de verwarming, koffie en thee, elektriciteit en wc-papier deels te dekken.

Dit bedrag gaat in 2023 omhoog naar 2,15 euro per dag. Ook als werknemers slechts een deel van de dag thuiswerken, mag je deze vergoeding betalen. Je moet wel kiezen tussen een thuiswerkvergoeding of een reiskostenvergoeding.

Meer ruimte voor onbelaste extraatjes voor je personeel

Als werkgever betaal je belasting over het salaris van je personeel. Daarnaast is er ruimte om aan je medewerkers belastingvrij iets extra’s te geven, zoals een kerstpakket, cadeaubon of een bureaustoel voor de thuiswerkplek. Dit is de zogeheten vrije ruimte binnen de werkkostenregeling.

Deze vrije ruimte gaat in 2023 tijdelijk omhoog van 1,7 procent naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de loonsom van alle medewerkers samen. Een jaar later wordt dit verlaagd naar 1,92 procent. Over het meerdere van de loonsom blijft het percentage 1,18 procent.

Meer budget voor investeringen in milieuvriendelijke of energiebesparende bedrijfsmiddelen

Ondernemers die milieuvriendelijke of energiebesparende bedrijfsmiddelen aanschaffen, mogen een deel van deze investeringen van hun winst aftrekken, zodat ze minder winstbelasting hoeven te betalen.

Het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA), voor investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, gaat in 2023 met 50 miljoen euro omhoog. De energie-investeringsaftrek (EIA) gaat met het dubbele omhoog: 100 miljoen euro. Het kabinet wil het hiermee aantrekkelijker maken voor ondernemers om zulke investeringen te doen.

Minimumloon gaat fors omhoog

Om werken lonender te maken gaat het bruto minimumloon met ingang van 1 januari 2023 met 10,15 procent omhoog. Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers vanaf 21 jaar gaat daarmee omhoog van 1.756,20 euro naar 1.934,40 euro per maand, bij een volledig dienstverband.

Dit geldt voor iedereen: lager belastingtarief in box 1

De belasting in de eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat dit jaar omlaag van 37,07 procent naar 36,93 procent.

De inkomensgrens voor deze schijf gaat omhoog van 69.399 euro naar 73.071 euro. Verdien je meer, dan betaal je voor elke euro daarboven straks 49,5 procent. Dat is evenveel als nu.

Heffingskortingen: veel belastingkortingen gaan omhoog

Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die je bent verschuldigd. Hoe hoger de korting, hoe minder belasting je hoeft te betalen en hoe meer je dus netto overhoudt.

Er bestaan verschillende heffingskortingen. De meeste gaan iets omhoog. Dat is gunstig, want je hoeft dan minder belasting te betalen.

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting is een algemene korting op de inkomstenbelasting voor iedereen die belasting betaalt. De hoogte van de korting hangt af van je inkomen: hoe lager dat is, hoe meer korting je krijgt.

Deze maximale heffingskorting wordt dit jaar iets verhoogd waardoor mensen met een besteedbaar inkomen tot 73.031 euro netto meer overhouden.

Hier profiteren vooral mensen met een jaarinkomen tot 22.660 euro van. Voor hen gaat de korting omhoog van 2.888 euro naar 3.070 euro. Daarna wordt de korting afgebouwd.

Verdien je tussen de 22.660 en 73.031 euro, dan ga je er ook op vooruit, maar in iets mindere mate. Is je inkomen hoger, dan maak je helaas geen aanspraak op deze belastingkorting.

Voor AOW-gerechtigden stijgt de maximale algemene heffingskorting van 1.494 euro naar 1.583 euro.

Arbeidskorting

De arbeidskorting is een heffingskorting waar iedere werkende die niet meer verdient dan 115.295 euro per jaar (in 2022: 105.737 euro) aanspraak op maakt. De hoogte van de arbeidskorting hangt af van je leeftijd en de hoogte van je inkomen.

Deze korting gaat stapsgewijs omhoog. Werknemers met een inkomen tussen de 11.000 euro en 37.000 euro profiteren daar het meest van.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Ouders van kinderen tot 13 jaar die werk en de zorg voor hun kinderen combineren, hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Het maximale kortingsbedrag gaat dit jaar met 160 euro omhoog naar 2.694 euro.

Ouderenkorting

De maximale ouderenkorting wordt met 109 euro verhoogd naar 1.835 euro, waardoor gepensioneerden netto meer te besteden hebben. Tot een inkomen van 40.888 euro krijg je de volledige korting. Daarna wordt deze geleidelijk afgebouwd. Voor inkomens vanaf 53.122 euro vervalt de korting.

De bovengenoemde inkomensgrenzen zijn iets hoger dan nu, waardoor je er tot een hoger inkomen gebruik van kunt maken.

Afschaffing middeling bij wisselend inkomen

Veel mensen hebben wisselende inkomsten. Je gaat bijvoorbeeld minder werken, vanwege de komst van een kind, of juist meer uren draaien, omdat de kinderen wat groter zijn geworden. Of je bent een zzp-er, die het ene jaar meer opdrachten heeft dan het andere. Of je bent ontslagen of gaat met pensioen.

Voor deze situaties was er een slimme regeling om belasting te besparen: belastingmiddeling. Je mocht dan je inkomen over drie aaneengesloten jaren bij elkaar optellen en delen door drie. Als bleek dat je over het gemiddelde jaarinkomen minder belasting verschuldigd was, kreeg je het verschil terug, mits dat verschil groter was dan 545 euro.

Deze regeling verdwijnt in 2023. Het laatste tijdvak waarover je nog kunt middelen is 2022, 2023 en 2024.